Met mindfulness oefeningen maak je kennis met je geest. Hoe is die vandaag: rustig of onrustig?

Het is soms een openbaring om te merken hoeveel gedachten er langs kunnen komen. Deelnemers vertellen me vaak dat ze een mindfulnesstraining willen doen omdat ze ‘malen’. Ze ervaren een rusteloosheid, ze piekeren. Ze kunnen een dwingende gedachtenstroom niet stoppen. Op zo’n moment is de geest meer dan onrustig.

Het je bewust worden van de staat van je geest is een eerste belangrijke stap op weg naar meer kalmte en concentratie. Het is een lastige stap: de ongeoefende ‘aandachtsspier’ laat zich gemakkelijk overhalen door steeds weer nieuwe gedachten. Hiertegen vechten of erdoor geïrriteerd raken maakt de gedachtenstroom meestal alleen maar sterker. In plaats van de strijd aan te gaan met die onrustige gedachten en gevoelens, leer je met mindfulness je energie te stoppen in het erkennen van de staat van je geest. Stoppen! De onrust de ruimte geven. Het ongemak leren verdragen.

Je traint je ‘aandachtsspier’ zodat je steeds eerder herkent dat dwingende gedachten je dreigen mee te nemen. Dat trainen gebeurt met verschillende oefeningen: onder andere met de bodyscan, zitmeditaties en bewegen met aandacht. Leren zijn met wat er is – dat is het water dat de onrustige geest verkoeling geeft.